Toen we in 1984 voor de eerste keer naar Roemenië gingen met hulpgoederen, bijbels, catechisatiemateriaal, liedboeken en doop- en belijdenisformulieren konden we niet vermoeden dat we dit werk na jaren nog steeds niet kunnen opgeven, vanwege de nood die nog is in de voormalige Oostbloklanden.
In de beginjaren was het vaak moeilijk om met de hulpgoederen de grens over te komen door de strenge grenscontroles.
De grenscontroles voor Hongarije, Tsjechië/Slowakije, Oekraine en met name Roemenië deden ons dikwijls aan pesterijen denken. Urenlang stonden onze vrijwilligers aan de grens, in- enuitpakkend, hopend en biddend dat men de bijbels en ander “verboden” spullen niet zouden vinden.
De grensovergangen Satu Mare en Oradea boezemden ons groot ontzag en soms angst in, vanwege de strenge controles.
De in een gastank verborgen bijbels en liedboeken en cath.materiaal hebben ze gelukkig nooit gevonden.
De “gas-tank” staat nu al jaren in een museum in Hongarije.
In al die jaren zijn er al veel ritten gemaakt, maar het is helaas nog steeds nodig !
In de beginjaren zwierven we overal door genoemde landen. Adressen kregen we via een stichting in Zwolle, met diverse opdrachten. De Securetate (geheime politie) was overal en hield alles in de gaten. Verraad speelde een grote rol. Afluisterapparatuur werd veelvuldig gebruikt. Luistervinken in kerken en openbare gebouwen waren dikwijls aanwezig om hun verraderswerk te doen.
Vanaf 1990 concentreren we onze hulpverlening in overleg met andere landelijke organisaties.
Bijvoorbeeld in en rondom de stad Carei (23.000 inwwesten van Roemenië. Via onze eigen winkel, C & E ( CAREI en ENTER) waar de gebrachte kleding tegen een zeer lage prijs wordt verkocht. Van de opbrengst worden in een straal van 25 km rondom Carei projecten gesteund. De kleding die niet snel wordt verkocht, wordt verdeeld onder de allerarmsten.
In 1988 zijn we als Commissie Oost Europa in Wierden begonnen. De ontvangen kleding werd eerst op de keukentafel (bij een commissielid) uitgezocht op dames/heren/kinder kleding. Aangezien het na verloop van tijd teveel werd om dit nog thuis te doen,moesten we omziennaar een grotere ruimte.Deze werd gevonden in de kelder van de Taborkerk (gratis beschikbaar gesteld door de Hervormde Gemeente). Hier hebben we jaren gebruik van kunnen maken. De mensen konden hier elke 1e maandag v.d. maand kleding inbrengen,deze kleding werd met behulp van het jongerendiaconaat naar beneden gebracht. Hier stonden ca 12 dames elke week/2 weken klaar om deze goederen uit te sorteren. Dus zonder onze sorteerdames: geen transporten naar Oost Europa.Totdat omstreeks 2003 we bericht ontvingen dat we deze ruimte moesten verlaten omdat de kerkvoogdij de ruimte kon verhuren.Dat dit een enorme teleurstelling was kunt u begrijpen. Via via hoorden we over de kantoren van de noodslachting.Misschien is dit wat. Na contact met de Gemeente bleek dat men ons deze ruimte zonder kosten ter beschikking wilde stellen.En zodoende zitten we nu al 5 jaren aan de Anjelierstraat 2 waar ook elke 1e maandag v.d.maand goederen gebracht kunnen worden. Als we helemaal omhoog zitten met de ruimte dan kunnen we ook tijdelijk terecht bij Fam. Lohuis aan de Dwarsdijk en/of Fa.Waalderink Industrieweg.